1.
Wij beschouwen eerst even de belangrijkste soorten typische
afvalstoffen van de verschillende papierprocédés
en hun recyclage/valorisatiestappen: |
CHEMISCHE
PAPIERPULP (kraft)
• “Celluloseschuim ” is een slib afkomstig
van de fysico-chemische en biologische behandeling van gebruikt water;
omwille van hun hoog gehalte aan calciumcarbonaat en organische stoffen,
wordt dit “celluloseschuim” al lang in de landbouw gevaloriseerd
als magnesiumhoudende kalk van hoge kwaliteit zowel vanuit agrarisch als
vanuit ecologisch standpunt.
• As van schors vertegenwoordigt met celluloseschuim
de belangrijkste afvalstof van de productie van kraft papierpulp. In België
wordt de as nu nog naar het stort afgevoerd, maar men overweegt afzetmogelijkheden
in de bouwsector.
• Een deel van de kalkneerslag (CaCO3) en van de
ongebluste kalk hebben eveneens een afzet als kalkbemesting gevonden.
De niet-gevaloriseerde fractie wordt naar het stort gevoerd.
MECHANISCHE
PAPIERPULP: De belangrijkste productieresidu’s zijn
primair slib en slib afkomstig van zuiveringsinstallaties. In
België wordt dit « papierschuim » vooral gevaloriseerd
in de landbouw.
RECYCLAGE: recyclageactiviteiten houden ook
de productie van « recyclageresidu’s » in. Deze bevatten:
- onzuiverheden die bij het ingezameld papier aanwezig zijn: vooral metalen,
plastiek, glas, zand, …
- slib, afkomstig van de zuiveringsinstallaties en van het procédé,
dat vulmateriaal bevat en vezels die te kort zijn voor recyclage of inkt
afkomstig van de ontinktingsprocessen.
Deze residu’s
kunnen een belangrijk percentage uitmaken van het ingezameld oud papier;
- 5 tot 10% voor de productie van verpakkingspapier,
- 10 tot 25% voor de productie van krantenpapier, waarbij ook een ontinktingsactiviteit
plaatsvindt
- 25 tot 40% voor de productie van hygiënisch papier.
Deze fracties
werden tot voor kort naar het stort afgevoerd of ex-situ gevaloriseerd.
Valorisatie in situ vindt de laatste jaren steeds meer ingang in de sector.
Deze valorisatie gebeurt in installaties voor warmtekrachtkoppeling die
gedeeltelijk hernieuwbare elektriciteit en warmte produceren. De as van
deze valorisatie wordt grotendeels gebruikt in de bouwsector.
PAPIERPRODUCTIE: De twee belangrijkste productieresidu’s
zijn:
• « breukpapier ": dit is productieafval.
Voor sommige papiersoorten kan breukpapier 10 tot 15% van de totale jaarlijkse
productie vertegenwoordigen. Dit productieafval wordt opnieuw in de pulpers
gedaan met de papierpulp en dus in de fabriek zelf gerecycleerd.
• « papierschuim » of slib van de zuiveringsinstallaties
van afvalwater. Dank zij hun hoog gehalte aan vezels en diverse minerale
elementen hebben deze papierresidu’s vooral in de landbouw een afzet
gevonden, waar zij als organische bodemverbeteraar gebruikt worden.
2.
De niet-specifieke residu’s van de papierproductie,
waarvan de hoeveelheid veel kleiner is, dekken een heel gamma aan
residu’s. |
Met uitzondering
van de afvalstoffen, gelijkgesteld met huishoudelijk afval, die opgehaald,
gerecycleerd of naar het stort afgevoerd worden, valoriseert men het merendeel
van de andere vaste afvalstoffen: gebruikte olie, hulzen, divers verpakkingsafval,
paletten, afval van non-ferro en ijzerhoudende metalen, oud papier en
karton, enz.
|