Het Chloorvraagstuk in de papiersector: ECF- en TCF-pulp

Dit deel heeft tot doel de balans op te maken over het gebruik van chloor (Chloorgas en chloordioxide) als bleekmiddel voor de productie van chemische pulp. De andere gebruikte bleekmiddelen voor chemische pulp (ozon, zuurstof, waterstofperoxide, soda, magnesiumsulfaat…) en voor de mechanische pulp (waterstofperoxide of natriumhydrosulfiet) leveren op zich weinig problemen op voor het leefmilieu.

Tot 10 of 15 jaar geleden werd chloorgas (Cl2) nog gebruikt voor het bleken van chemische pulp en wekte het talrijke discussies op over zijn impact op het leefmilieu. Chloorhoudende producten reageren inderdaad met de organische materie die aanwezig is in het hout en genereren chloorverbindingen of “AOX”. Deze groep stoffen groepeert in feite talrijke chemische moleculen waarvan een grote meerderheid absoluut niet giftig is. Een klein deel van de AOX is nochtans potentieel giftig, wat het geval is voor de fameuze dioxines. Sinds vele jaren is men in België en in Europa afgestapt van het bleken met chloorgas. Omdat chloorgas niet meer gebruikt wordt, beschouwt de papierindustrie de chloorproblematiek als een probleem uit het verleden, zelfs al blijft er, ten onrechte, een hardnekkig vooroordeel bestaan. In ieder geval is het geen prioritair milieuthema meer voor de sector.

Bleken met chloordioxide: ECF-pulp
Tijdens de laatste jaren heeft chloordioxide in belangrijke mate chloorgas vervangen bij het bleken; deze vervanging vereist nochtans dat men andere oxidatiemiddelen gebruikt zoals zuurstof en waterstofperoxide. Pulp met chloordioxide geproduceerd, wordt E.C.F.-pulp (Elemental Chlorine Free) genoemd. De in België geproduceerde chemische pulp behoort tot deze groep.
Voor het leefmilieu heeft deze verandering van het bleekproces geleid tot een gevoelige daling van de lozing van chloorverbindingen (AOX). De lozingen van AOX liggen vandaag in België beduidend lager dan de drempel die geassocieerd wordt met het gebruik van de beste beschikbare technologieën, zijnde 0.25 kg AOX / ton pulp. Dit nieuwe procédé betekent een belangrijke stap vooruit voor het leefmilieu.
Het bleken met chloordioxide houdt in dat men aan het einde van het proces chloraten (chloorzouten) produceert. Dit zijn moleculen die potentieel giftig zijn, maar die gemakkelijk kunnen ontbonden worden; in heet afvalwater worden de chloraten meestal herleid tot chloride door een eenvoudige bijkomende behandeling. Alles is dus nog niet perfect, maar de industrie blijft dit procédé verbeteren door een gedeeltelijke vervanging van chloordioxide door ozon, wat het geval is voor de productie van chemische pulp in België.

Bleken zonder chloorelementen: TCF-pulp
Het is vandaag mogelijk om pulp te bleken zonder producten te gebruiken op basis van chloor; pulp die op die manier vervaardigd wordt, noemt men T.C.F.-pulp (Totally Chlorine Free).
Deze alternatieve technieken gebruiken ozon, zuurstof, waterperoxide en soms zelfs enzymen om de pulp te bleken.
Men zou a-priori kunnen denken dat door bij het bleken alle chloorelementen te bannen, de nieuwe technieken milieubewuster zijn. Het is evident dat het niveau van de lozingen met chloorverbindingen naar nul neigt, zonder nochtans dat cijfer te halen: chloor is als natuurlijk element in het hout, en ook in het gebruikte water, in minieme dosissen aanwezig. De optie “NUL AOX ” is dus een illusie. Men verwachtte nog een ander potentieel voordeel van de nieuwe bleekmethoden, namelijk het vergemakkelijken van het sluiten van de interne watersystemen, waardoor het totale waterverbruik zou dalen. Toch heeft de ontwikkeling van het TCF-procédé in dit opzicht niet beantwoord aan alle verwachtingen. Trouwens, het gebruik van ozon of peroxide vereist het gebruik van complexvormers die andere nadelen vertonen voor het leefmilieu (niet biologisch afbreekbaar). Tenslotte is ook gebleken dat het TCF-procédé niet hetzelfde niveau qua bleken en weerstand kan halen als het niveau van ECF-pulp. Die beperkingen van het TCF-procédé verklaren ongetwijfeld in grote mate het klein stagnerend aandeel van TCF-pulp op de markt. Dit aandeel is gezakt naar 4% van de markt tegenover 75% voor ECF-pulp.

Men stelt vast dat elke bleektechniek zijn nadelen heeft voor het leefmilieu. Het is om die reden dat het Europees referentiedocument van de beste technologieën voor de papiersector (BREF) vooropstelt dat de twee bleekprocédés ECF en TCF gelijkwaardig zijn wat hun toxicologische invloed betreft. Men stelt trouwens vast dat beide procédés aanvaard zijn door het Europees Ecolabel.